<< Terug |
Maai nooit alles! Laat altijd een deel staan! |
Door Ruud van Cuijk, 2020-03-03 10:15:01 |
De Vlinderstichting 2-MRT-2020 - Veel insecten overleven de winter als ei, larve of pop en veel daarvan zoeken een veilige plek in planten. Voor veel van die soorten is het dan ook belangrijk dat niet alle plantengroei in het najaar wordt weggemaaid. Winterklaar maken van bermen en groenstroken betekent dat je altijd een deel van de vegetatie laat staan: gefaseerd beheer. Een volgende maaibeurt blijft weer een ander deel staan. |
Het zwartsprietdikkopje kan niet zonder overstaand gras in de winter (Bron: Kars Veling) Zwartsprietdikkopje zet eitjes af in grassen en de rupsen komen pas volgend voorjaar uit (Bron: Kars Veling & Frits Bink (eitjes)) Een mooi voorbeeld is het zwartsprietdikkopje. Dat is een graslandvlinder die verspreid door het land voorkomt. De laatste jaren zien we er steeds minder, maar nog steeds is deze redelijk algemeen. Het zwartsprietdikkopje vliegt in juli en augustus. Dan worden dus de eitjes afgezet en dat gebeurt in diverse grassoorten. De vrouwtjes zetten de eitjes, in een aantal bij elkaar, af in de schacht van een grashalm. Die eitjes blijven in het gras zitten tot het volgend jaar maart-april. Dat betekent dus dat op dit moment die eitjes nog in de grashalmen aanwezig zijn. Tenminste, als dat gras er nog staat en niet ergens na half augustus is weggemaaid. Fasering, dus altijd een deel laten staan, is ook van belang voor al de bestuivende insecten die van de bermen gebruik maken. Vaak wordt half juni voor het eerst gemaaid en dat is precies de tijd dat de meeste vlinders, bijen en zweefvliegen actief zijn. Als alles wordt gemaaid, betekent dit dat er geen nectar en stuifmeel is en dat de soorten er dus niet kunnen overleven. Gefaseerd maaien: bij iedere maaibeurt blijft er een gedeelte staan (Bron: Kars Veling) Meer informatieTekst:
Kars Veling, De Vlinderstichting |