Vleermuizen en mezen als biologische
bestrijders
De brandharen van eikenprocessierupsen kunnen bij mensen veel
overlast veroorzaken. Aanvankelijk werden de rupsen en hun nesten weggezogen of
-gebrand, maar naarmate de omvang van de overlast toenam, werden ook steeds vaker bestrijdingsmiddelen
gebruikt. Omdat deze middelen niet alleen de eikenprocessierupsen
doden, maar ook de rupsen van andere vlinders en andere insecten, werd gezocht
naar een ecologisch verantwoorde aanpak.
Het lokken van de natuurlijke vijanden van eikenprocessierupsen en de volwassen
vlinders is dan een voor de hand liggende aanpak. Vanaf circa 2018 werden in
toenemende mate mezenkasten en vleermuiskasten ingezet. Van koolmezen en
pimpelmezen is bekend dat ze dol zijn op rupsen, ook eikenprocessierupsen, en
dat ze snel een mezenkast als nestplaats in gebruik nemen. De mezen broeden al
in het vroege voorjaar, als de rupsen nog klein zijn, en kunnen in die periode
duizenden rupsen verorberen. De brandharen van de rupsen zijn geen probleem, die vegen ze er gewoon af.
Vleermuizen eten echter geen rupsen; ze eten veel liever de volwassen vlinders.
Daarmee kunnen ze voorkomen dat deze volwassen vlinders zich voortplanten en de
eitjes voor de nieuwe generatie eikenprocessierupsen afzetten. Hoewel er nog
onderzoek wordt gedaan naar het aandeel eikenprocessierupsvlinders in het dieet
van Nederlandse vleermuissoorten, is het aannemelijk dat ze bij meerdere
soorten op het menu staan. Meer zuidelijk in Europa is bekend dat diverse
vleermuissoorten de vlinder van de verwante dennenprocessierups op het menu
hebben staan. Daarnaast zijn in Nederland waarnemingen bekend van tientallen
foeragerende vleermuizen bij eiken waar op dat moment de vlinders van de eikenprocessierups
ontpoppen. In het kader van
processierupsbestrijding geplaatste mezenkasten (links) en een (te kleine)
vleermuiskast (rechts). (Bron: Erik Korsten)
Gekraakte vleermuiskasten
Het plaatsen van vleermuiskasten ter bestrijding van
eikenprocessierupsen is daarom zeker geen gek idee. Wie echter een
vleermuiskast aan een door eikenprocessierupsen aangetaste eik hangt, heeft
grote kans op een vervelend bijeffect, namelijk een door rupsen 'gekraakte'
vleermuiskast.
Als afweer tegen predatoren maken eikenprocessierupsen een gesponnen nest, dat
ze bekleden met brandharen. Ze hangen deze nesten meestal in de oksel van een
van de laagste grote zijtakken van de eik. De rupsen zien een vleermuiskast
echter ook als geschikte nestlocatie. Het nest wordt dan onder, achter en soms
ook gedeeltelijk in de kast gemaakt. Dat is nadelig voor vleermuizen, die door
het grote oppervlak van hun vlieghuid zeker last ondervinden van de brandharen.
In een aantal eikenlanen waar vleermuiskasten zijn geplaatst, waren in het
rupsenseizoen vrijwel zonder uitzondering alle vleermuiskasten zodanig extern
of intern bewoond door eikenprocessierupsen, dat bewoning door vleermuizen niet
meer mogelijk was. Door de aanwezige brandharen is ook het schoonmaken van de
kasten complex en alleen mogelijk door een professioneel bedrijf met
rupsenzuiger. Bij mezenkasten in dezelfde lanen werd soms hetzelfde
verschijnsel gezien, maar in veel mindere mate dan bij de vleermuiskasten. Dit
komt waarschijnlijk doordat de mezen al in een vroeg stadium de rupsen rond hun
mezenkast wegpikken.
Nesten van de eikenprocessierups
bij vleermuiskasten (Bron: Erik Korsten)
Adviezen voor de inzet van vleermuiskasten tegen
de eikenprocessierups
Als vleermuiskasten aan aangetaste eiken worden gekraakt door de
processierupsen, is er een andere aanpak nodig om vleermuizen toch in te zetten
voor de biologische bestrijding van die rupsen. Een aantal adviezen op een rij:
- Kies vleermuiskasten die geschikt zijn
voor soorten die grote en middelgrote nachtvlinders op hun menu hebben
staan, zoals grootoorvleermuizen en rosse vleermuizen. Dwergvleermuizen
eten voornamelijk kleinere prooien en zullen geen grote aantallen eikenprocessierupsvlinders
eten. Kies vooral ook kwalitatief goede vleermuiskasten, die lang mee
kunnen gaan. We zien in de praktijk vaak erg kleine en goedkope
vleermuiskasten die helemaal niet zo geschikt zijn voor vleermuizen. Veel
beter bruikbare vleermuiskasten zijn onder andere te koop bij Veldshop.nl, Vivara Pro, Waveka en Faunus Nature Creations.
- Hang de vleermuiskasten niet aan
door eikenprocessierups aangetaste eiken, maar aan andere boomsoorten en
gebouwen in de directe omgeving. Plaats de kasten op tenminste 4,5 meter
hoogte en zorg voor een vrije uitvliegruimte.
- Zijn er in of nabij een aangetaste
eikenlaan of eikenperceel geen andere bomen of gebouwen aanwezig, dan is
het ook mogelijk om vleermuiskasten op palen te plaatsen. Let er dan wel
op dat deze paalkasten op een schaduwrijke
plek staan, zodat ze niet de hele dag zon
krijgen.
- Zijn er geen andere bomen dan eiken, dan
biedt het aan één boom plaatsen van een mezenkast én een vleermuiskast
wel mogelijkheden. De mezen zullen namelijk ook de rupsen bij de
vleermuiskast wegpikken en voorkomen dat er een groot nest met brandharen
ontstaat. Het voorkomt ook dat andere vogels de vleermuiskast kraken, wat
incidenteel ook wel eens voorkomt. Er zijn ook combikasten waarin zowel
mezen als vleermuizen kunnen verblijven (zie ook de foto van de
combikast).
- Als je mezen- en vleermuiskasten plaatst,
wil je natuurlijk ook weten of ze werken. Alleen dan kunnen we leren hoe
we deze rupsenplagen het best kunnen bestrijden. Controleer daarvoor de
geplaatste mezenkasten en de vleermuiskasten regelmatig op hun bewoning.
Bewoning door vleermuizen controleer je het makkelijkst met
vleermuiskasten waarbij je vanaf de grond in de kast kunt kijken, zodat je
de vleermuizen niet verstoort. De beste periode voor deze controles is de
periode april tot en met september. Als je de kasten als bedrijf hebt
geplaatst, maar geen opdracht of tijd hebt voor zulke controles, informeer
dan eens bij lokale vleermuiswerkgroepen of natuurwerkgroepen.
Geïntegreerde aanpak
Het aanbieden van kasten voor mezen en vleermuizen kan een
bijdrage leveren aan de bestrijding van eikenprocessierupsen. Er is echter meer
nodig om de overlast van deze rupsen op grotere schaal terug te dringen. Uit
diverse onderzoeken blijkt dat een teruglopende biodiversiteit in het agrarisch
landschap en bossen leidt tot het verdwijnen van predatoren van
eikenprocessierupsen, zoals diverse sluipwespen, sluipvliegen en gaasvliegen.
Het terugbrengen van deze biodiversiteit met behulp van bloemrijke weilanden en
akkerranden, afnemend gebruik van insecticiden en een netwerk van lanen en
houtwallen kan de overlast van plaagsoorten verminderen.
Tekst: Erik Korsten, Zoogdiervereniging
Foto’s: Erik Korsten (leadfoto: gewone grootoorvleermuis in een vleermuiskast);
Carlo Wijnen, Vleermuiswerkgroep Noord-Brabant; Faunus Nature
Creations |