• Poelen

    HEIDEVELDEN EN KNOTWILGEN

    Biotoop:
    Heide ontstaat op schrale kalkarme zandgronden. Wanneer heidevelden niet meer worden beheerd, veranderen ze snel in jonge opgroeiende bossen. Jonge bomen schieten als paddenstoelen uit de grond en vergrassing neemt toe.
    Heidevelden zijn ideale kiemplaatsen voor grove dennen en berken. Binnen enkele jaren verdwijnt het open karakter. Om verbossing tegen te gaan, worden in Nederland steeds meer vrijwilligers ingezet om de overtollige bomen te verwijderen en, indien nodig, delen van oude heide te plaggen. Hierdoor kan de mooie paarse gloed over de heide blijven schijnen. Op deze manier blijft de heide bestaan zoals de bedoeling is.
    Nederland bestond voor de Middeleeuwen voornamelijk uit heide en moerassen. In die tijd beheerde men de heide door er schapen op te laten grazen. De huidige heidevelden staan flink onder druk, onder meer door stedelijke bebouwing, industrie en aanleg van nieuwe wegen.
    Heide Roodborsttapuit
    Landschapswaarde:
    Bij goed beheer krijgen flora en fauna weer betere kansen. Enkele belangrijke soorten waarbij een open heidelandschap belangrijk is in hun voortbestaan:

    Nachtzwaluw
    Houtsnip
    Boompieper
    Roodborsttapuit
    Gladde slang
    Levendbarend hagedis
    Zandhagedis
    Heikikker
    Gentiaanblauwtje
    Witsnuit libel
    Zandbijen
    Sprinkhanen
    Klokjesgentiaan
    Stekelbrem
    Kleine zonnedauw
    Gagel

    KNOTWILGEN

    Knotten:
    Knotwilgen zijn als vanouds een vertrouwd beeld in ons cultuurlandschap, maar de laatste jaren dreigen ze meer en meer uit het landschap te verdwijnen. Vroeger zorgden de knotbomen in de open weilanden voor beschutting van het vee tegen regen en wind. Ook werd vroeger de wilg gebruikt voor het hout en door mandenmakers. Een knotwilg kan zo’n 50 jaar oud worden.

    Knotten Wat is knotten:
    Dit houdt niets anders in dan de boom ontdoen van zijn kruin en zijtakken. Is men eenmaal met knotten begonnen, dan moet hiermee worden door gegaan. Een gezonde, volgroeide boom wordt om de 4 à 5 jaar geknot, jonge bomen elk jaar. De tussenliggende jaren houdt men in de gaten hoeveel nieuwe scheuten de boom heeft aangezet. Hieruit vormt zich de bekende knot, doordat er elk jaar meer takken bij komen.
    Uitscheuren van wilgen vindt plaats als de takken op de knot te zwaar worden, iets wat meestal gebeurd door achterstallig onderhoud. Om dit te verkomen kan men bij te veel scheuten in het 2de jaar er enkele tussenuit halen. Jaarlijks trekken vrijwilligers erop uit om wilgen te knotten.

    Landschapswaarde:
    In oude knotwilgen huizen veel dieren en planten. Eenden en steenuiltjes zijn de bekendste diersoorten die de knotwilg uitkiezen als nestplaats. Ook verschillende kleine knaagdieren en insecten leven in en om deze bomen.
    Tevens bieden knotwilgen goede humusrijke voedingsbodems voor vlierbessen, lijsterbessen, grassen, varens, mossen en paddenstoelen. De wilg is één van de eerste lentebloeiers in ons land. De bekende wilgenkatjes zijn ook heel belangrijk voor de honingbijen.